12 februari 2022 - De Gelderse roos (Viburnum opulus)

In het vorige item over de klusdag van 5 februari jl. stond dat er een Gelderse roos in de vlindertuin geplant is. Maar wat is de Gelderse roos?

De Gelderse roos bloeit in mei en juni met grote witte platte tuilen (trosvormige bloeiwijze). De bloemen aan de buitenste rand zijn steriel (onvruchtbaar). Hun functie is insecten te lokken, zoals kevers, zweefvliegen en vlinders. In het midden zitten de kleine, tweeslachtige, vruchtbare bloemen waar de insecten nectar en pollen vinden. Na de bevruchting groeien de vruchtbeginsels uit tot bolronde steenvruchten. De bessen zijn in het begin geel van kleur en verkleuren, naar mate zij rijper worden, naar helder rood. Doordat de bessen bitter (als gal) van smaak zijn, mijden de vogels de vruchten. Hierdoor hangen de vruchten vaak nog in de winter aan de struiken. Pas wanneer het gevroren heeft worden ze door de lijsters en pestvogels gegeten en is de struik binnen een paar dagen leeg. De bladeren zijn in het najaar heldergeel, rood of roodbruin gekleurd. Kortom bijna het hele jaar door een kleurrijke struik.

Waar komt de naam Gelderse roos vandaan?
De Gelderse roos is helemaal geen roos, maar een heester met witte bloemschermen in mei en, zoals de Latijnse naam al zegt, familie van de gecultiveerde sneeuwbal. Hoe is hij dan aan zijn Nederlandse naam gekomen? Waarschijnlijk door een verkeerde vertaling uit het Latijn. De oude graven van Gelre (oude naam van Gelderland) hadden een blad in hun wapen waarvan men dacht dat het van de Viburnum opulus zou zijn, die in het wild in juni prachtig bloeide. Later bleek het om het blad van de mispel te gaan. Een vergissing! Maar de naam bleef. Blijkbaar hadden deze Nederlandse graven zoveel aanzien en invloed, dat de naam in Engeland overgenomen werd.
De Latijnse naam Viburnum zou in verband staan met een woord voor buigzaam. Opulus betekent met bladeren als de aak (esdoorn).